half bijv.naamw. Uitspraak: [ hɑlf ] 1) als iets de helft van iets is Voorbeelden: 'De kerk is hier vandaan een half uur lopen.' , 'Deze artikelen kosten de halve prijs.' , 'Bakker, een half bruin, graag.' 2) niet volledig Voorbeeld: 'Ik geloof hem maar half.' Synoniem: gedeeltelijk zich een half mens voelen (niet f...
1) Bijna 2) Deels 3) Demi 4) De helft 5) Gedeeltelijk 6) Gedeelte ervan 7) Helft 8) In het midden van 9) Medio 10) Minder dan heel 11) Niet volledig 12) Niet helemaal heel 13) Onvolledig 14) Onvolmaakt 15) Partieel deel 16) Semi 17) Slechts een deel 18) Vijftig procent 19) Voor de helft 1) Deels 2) Demi 3) Gedeeltelijk 4) Helft 5) Medio 6) Meta 7) Mezzo 8) Midden 9) Semi 
zo groot als de helft ; voor de helft (toon de herkomst via de etymologiebank)
hoeveelheid die je krijgt als je iets doormidden deelt vb: de fles is maar half vol
•'half' ; (+audio)
[I] middenvelder [II] telwoord: de helft
telwoord: de helft