de handdruk zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'hɑndrʏk ] Afbreekpatroon: hand·druk Verbuigingen: handdrukken (meerv.) het vastpakken van iemands hand Voorbeelden: 'een handdruk bij een begroeting' , 'stevige handdruk' , 'de vrede bezegelen met een handdruk' , 'Ze bevestigden het akkoord met een handdruk.' Synoniemen: poot Spreekwoorden en ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/handdruk
het schudden van iemands hand als begroeting of afscheid vb: toen hij binnenkwam gaf hij me een handdruk een gouden handdruk [flink geldbedrag bij afscheid of ontslag] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=handdruk