de handpalm zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'hɑntpɑlm ] Afbreekpatroon: hand·palm Verbuigingen: handpalmen (meerv.) de binnenkant van je hand Voorbeelden: 'een eeltige handpalm' , 'soepballetjes draaien met je handpalmen' , 'als begroeting tegen elkaars handpalm slaan' iemands handpalm lezen (de lijnen op iemands handpalm bekijken en daa... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/handpalm