(manuscriptologie of handschriftenkunde) Door W.Gs Hellinga geïntroduceerde term voor die tak van de bibliologie die zich bezighoudt met handgeschreven teksten uit de periode van de boekdrukpers (manuscript-2). Na ca. 1500 worden er praktisch geen codices (codex, handschrift) voor publieksdoeleinden meer afgeschreven. Manuscripten hebben een sterk... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0014.php