hartelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈhɑrtələk ] Afbreekpatroon: har·te·lijk (van iemand) aardig en gastvrij Voorbeeld: 'iemand hartelijk welkom heten' Antoniem: kil Synoniemen: : warm (2), joviaal Met hartelijke groeten, (<aan het einde van een niet-officiële brief, gevolgd door je naam>) hartelijk gefeliciteerd (<gelukwens&g...
1) Aardig 2) Amicaal 3) Beleefd 4) Blijgeestig 5) Chaleureus 6) Cordiaal 7) Diep 8) Dierbaar 9) Fideel 10) Gastvrij 11) Gevoelig 12) Gevoelvol 13) Gul 14) Gulhartig 15) Hartig 16) Heftigheid 17) Heus 18) Hoffelijk 19) Innig 20) Joviaal 21) Kameraadschappelijk 22) Kordaat 23) Lief 24) Liefderijk 25) Medelevend 1) Aardig 2) Amicaal 3) Blijgeestig 4) Chaleureus 5) Cordiaal 6) Diep 7) Dierbaar 8) Gastvrij 9) Gevoelig 10) Gul 11) Gulhartig 12) Hartversterkend 13) Innig 14) Innig gemeend 15) Innig ongeveinsd 16) Joviaal 17) Lief 18) Liefderijk 19) Met een oprecht welkom 20) Met vriendelijke genegenheid 21) Minnelijk 
vriendelijk, spontaan, gastvrij vb: hij is erg hartelijk als je op bezoek komt
Als je hartelijk bent, ben je vriendelijk tegen andere mensen.
•(van personen) aardig, gastvrij en spontaan. •(van uitingen) eerlijk, oprecht.
aardig, gastvrij