
hekboot zelfst.naamw. Afbreekpatroon: hek·boot Verbuigingen: hekboten (meerv.) Verbuigingen: hekbootje (verkleinwoord)
De kleinste boot aan boord, de sloep die aan de hekdavits hangt . 5 definities
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/hekboot

1) Klein zeilschip 2) Schip 3) Vaartuig
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Hekboot/1

1. klein zeilschip met vierkante achtersteven; volgens A winschooten hetzelfde als een kat zonder oren. GM5: zeilvaartuig met ‚‚n dek, ronde boeg en vierkante spiegel; 2. de kleinste sloep, die achteraan, bij het hek van het schip, opgehesen werd.
Gevonden op
http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/

• [scheepvaart] De kleinste boot aan boord, de sloep die aan de hekdavits hangt.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/hekboot

de kleinste boot aan boord, die aan het hek opgehesen wordt; schip met de (vierkante) achtersteven van een pinas
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

Midden 17e eeuw was de hekboot in zwang. Het was een soort fluitschip, maar langer en voor en achter breed met een kleine platte maar hoge spiegel, dit om veel vracht te kunnen vervoeren. Nicolaes Witsen sprak over een mengvorm met als onderschip de kenmerken van een fluit en de bovenbouw van een pinas.
Gevonden op
https://vaartips.nl/tiph.htm

De kleinste boot aan boord, die aan de hekdavits opgehesen wordt.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10827
Geen exacte overeenkomst gevonden.