de herfsttijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'hɛrfstɛit ] Verbuigingen: herfsttijden (meerv.) seizoen tussen zomer en winter Voorbeeld: 'O Holland in herfsttijd, wat ben je toch mooi! De heide, de bossen in goudbruine tooi!' Synoniem: herfst 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/herfsttijd