heterogeen bijv.naamw. Uitspraak: [ hetəro'xen ] Afbreekpatroon: he·te·ro·geen samengesteld uit elementen die verschillend zijn van soort of afkomst Voorbeelden: 'heterogene samenstelling van de bevolking' , 'beton is een heterogeen mengsel' , 'heterogeen wonen is wonen tussen mensen die verschillende zorg- en begeleidingsbehoeften hebb...
1) Gemengd 2) Gevarieerd 3) Meerslachtig 4) Niet homogeen 5) Ongelijkslachtig 6) Ongelijksoortig 7) Samengesteld 8) Van verschillende afkomst 1) Gemengd 2) Ongelijksoortig 
ongelijksoortig (Bogaerts & Van der Knaap 2007)
Let op: Spelling van 1858 ongelijksoortig, vreemdaardig, hetwelk zich niet met elkander laat vereenigen, b.v. olie en water. Heterogeniteit, ongelijkaardigheid
Heterogeen is ongelijksoortig, van verschillende herkomst. Het tegenovergestelde van heterogeen is homogeen. In de scheikunde is de betekenis van heterogeen evenwicht; het evenwicht in systemen die met mechanische middelen te scheiden zijn. Een voorbeeld is een vaste stof en-of een vloeibare stof. Een voorbeeld van een heterogeen mengsel is beton. ...
ongelijksoortig (toon de herkomst via de etymologiebank)
bestaande uit mensen-dingen van verschillende soort vb: de samenstelling van deze klas is nogal heterogeen Tegenstelling: homogeen
ongelijksoortig
Def.: van punt tot punt belangrijke verschillen in eigenschappen bezittend.
ongelijksoortig
van verschillende herkomst (tegenovergestelde van homogeen)
Ongelijksoortig
Verschillend zijn.
Veel soorten bomen en planten door elkaar.
rechtswetenschap: divers, van verscheiden aard. ...