Zie ook:
trommel

trommelen werkw. Uitspraak: [ ˈtrɔmələ(n) ] Afbreekpatroon: trom·me·len Vervoegingen: trommelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getrommeld (volt.deelw.)
1) op een trommel (2) slaan muziek iemand uit zijn bed trommelen (roepen dat iemand uit zijn bed moet komen)
2) met je vingers snel achter elk...Gevonden op
https://woorden.org/woord/trommelen

1) De trom slaan 2) Rammelen 3) Herhaaldelijk tikken 4) Tamboeren 5) Tamboereren 6) Roffelen 7) Drummen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Trommelen/1
op een trommel slaan vb: de jongen trommelt er lustig op los
snel met je vingers ergens op tikken vb: ze zat nerveus op de tafel te trommelen
mensen bij elkaar trommelen
[bij elkaar roepen]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

(baksteen) Trommelen is een procedure waarbij de vormlingen in een draaiende trommel wordt gestopt, waar door onderlinge vrijving tussen de groene stenen de scherpe kanten afslijten. Hierdoor zijn de klinkers beter handelbaar en herlegbaar.
Gevonden op
https://thesaurus.cultureelerfgoed.nl/concept/cht:fd0ffb54-931f-409d-849a-8

Trommelen is op een trommel slaan.
[basiswoordenlijst groep 4]Gevonden op
https://wikikids.nl/Trommelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.