de hetman zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: het·man Verbuigingen: hetmannen (meerv.) Verbuigingen: hetmannetje (verkleinwoord) titel van de op een na hoogste militaire bevelhebber (na de vorst) in Polen en het Grootvorstendom Litouwen van de 15e tot de 18e eeuw, die van 1569 tot 1795 samen het Pools-Litouwse Gemenebest vormden. Ook aanvoerder...
1) Aanvoeder bij de kozakken 2) Aanvoerder 3) Aanvoerder bij de kozakken 4) Aanvoerder van de kozakken 5) Hoofdman 6) Hoofdman van de kozakken 7) Kozakkenaanvoerder 8) Kozakkenhoofdman 9) Pools hoofdman van de kozakken 10) Poolse kozakkenhoofdman 1) Kozakkenhoofdman 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Hetman, Attaman``] der Kozakken. Zie Kozakken
Let op: Spelling van 1858 in Polen, de kroon-veldheer, en bij de Kozakken, de kommanderende generaal
aanvoerder van de kozakken (toon de herkomst via de etymologiebank)
aanvoerder van de kozakken
Militaire leiders van de kozakken; oorspronkelijk was dit de Poolse titel voor opperbevelhebbers