uitpikken werkw. Uitspraak: [ 'œytpɪkə(n) ] Afbreekpatroon: uit·pik·ken Vervoegingen: pikte uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgepikt (volt.deelw.) 1) met een snavel verwijderen Voorbeeld: 'Het kadaver lag er al een tijdje en de ogen waren eruitgepikt door de kraaien.' 2) (iets of iemand) herkennen en ki... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitpikken