de hommer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: hom·mer Verbuigingen: hommers (meerv.) Verbuigingen: hommertje (verkleinwoord) 1) mannetjesvis 2) grote zeekreeft van het geslacht 3) verdikking van masteind tot steun van bramzaling . 4 definities...
1) Geltharing 2) Homvis 3) Hummer 4) Mannelijk dier 5) Mannelijke vis 6) Mannetjesharing 7) Mannetjesvis 8) Milter 9) Vis 10) Vis (mannelijk) 11) Zeekreeft 1) Homvis 2) Hummer 3) Kreeft 4) Mannetjesharing 5) Mannetjesvis 6) Milter 7) Zeekreeft 
mannetjesvis (toon de herkomst via de etymologiebank)
zeekreeft
: 1> meestal achtkantige verdikking aan de mast, onder het punt waar de zijstagen of zalingen aan de mast bevestigd zijn. Onder invloed van het Fries ook hommert, hommerts en hommers genoemd. Langs de Zuiderzeekust spreekt men nog al eens van hommel en in Vlaanderen spreekt men van nomber of soms van ton of peer. Gerelateerde termen: ezelsh...
VOC - Scheepsbouw : gedeelte onder de masttop met vierkante doorsnede waartegen de wangen zijn bevestigd.