de hondenwacht zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: hondenwachten 1) taak om tussen 0:00 en 04:00 over een schip te waken 2) bij toerbeurt verrichte nachtelijke dienst om toezicht te houden Spreekwoorden en zegswijzen • zo scheel als de hondenwacht (=zeer scheel) Naar de spreekwoorden Gevonden op https://woorden.org/woord/hondenwacht
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] vertaling van het eng. dog-watch, voor dodge-watch; korte wacht op schepen, één van 4-6 en één van 6-8 uur in den avond, ingesteld om sleur tegen te gaan (to dodge = ontduiken, ontwijken) wegens het wachthouden van dezelfde personen op dezelfde uren. Gevonden op https://dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0012.php