de hoofdplaats zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'hoftplats ] Afbreekpatroon: hoofd·plaats Verbuigingen: hoofdplaatsen (meerv.) belangrijkste plaats in een gebied Voorbeelden: 'Een verlaten gebied met enkele kleine dorpjes, in de hoofdplaats wonen minder dan duizend mensen.' , 'Het is een uitgestrekte gemeente met verschillende woonkernen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hoofdplaats