de hoogdag zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: hoog·dag Verbuigingen: hoogdagen (meerv.) Verbuigingen: hoogdagje (verkleinwoord) belangrijke kerkelijke feestdag vooral bij de roomsch-katholieken Voorbeeld: 'Kerstmis, Pasen, Pinksteren en Allerheiligen zijn de vier hoogdagen.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hoogdag