
Lengte 9-11 mm, mei-juni. -Kenmerken- Kop en halsschild zwart; dekschilden bruin. Lichaam bij net uit de pop gekropen exemplaren geheel bedekt met lichtgroene schubjes, die bij het ouder worden langzaam gedeeltelijk of geheel afvallen. -Voorkomen- Algemeen bij zonnige bosranden en op droge graslanden in het middelgebergte rond de Alpen en in de Alp...
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10775
Geen exacte overeenkomst gevonden.