
de hotelgast zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ho·tel·gast
iemand die in een hotel overnacht Voorbeeld: 'Wat wel vaststaat, is dat de hotelgasten straks bij La Place-restaurants terecht kunnen. Die horecaformule, sinds een jaar eigendom van supermarktbedrijf Jumbo, zal het ontbijt en diner in de hotels gaan verzorgen. Dat is onderdeel va...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/hotelgast

1) Loge 2) Reiziger
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Hotelgast/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.