
de huisman zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈhœysmɑn ] Afbreekpatroon: huis·man Verbuigingen: huismannen (meerv.)
mannelijke partner die zorgt voor het gezin en het huishouden Voorbeeld: 'Hij werkt niet op donderdag en vrijdag, want dan is hij huisman.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/huisman

1) Titulatuur 2) Verzorgende functie 3) Huishoudartikel 4) Beroep 5) Bekende schilder 6) Man die voor het gezin zorgt 7) Vrucht 8) Museum in workum
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Huisman/1
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) landman, boer, dorpeling.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10859

Getrouwde mannen die hun eigen huishouden doen, vooral wanneer dit hun voornaamste bezigheid is
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/11605
Geen exacte overeenkomst gevonden.