die een huis bewaakt, die huiswacht heeft - Voorbeeld: ‘Het meest moeite heb ik mijne huiswakers te overtuigen dat ik niet voor goed heenga en wel besloten ben terug te keren’ (Oorlogsdagsboek - December 7) Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0011.php