hypnotiseren werkw. Uitspraak: [ hipnotiˈzerə(n) ] Afbreekpatroon: hyp·no·ti·se·ren Vervoegingen: hypnotiseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehypnotiseerd (volt.deelw.) (iemand) in een toestand brengen dat hij of zij veel vertelt maar later niet meer weet wat Voorbeeld: 'Toen de psychiater haar gehypnotiseerd had, beantwoo... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hypnotiseren
door ontspanningstechnieken, concentratie enz. bij iemand een tijdelijke toestand van bewustzijnsvernauwing teweegbrengen waarin diens persoonlijkheid en zintuiglijke ontvankelijkheid worden uitgeschakeld en een sterke beïnvloedbaarheid onstaat voor de aanwijzingen en suggesties van de hypnotiseur; onder hypnose brengen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/hypnotiseren