laïciseren werkw. Uitspraak: [ laisi'zerə(n) ] Afbreekpatroon: la·ï·ci·se·ren Vervoegingen: laïciseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelaïciseerd (volt.deelw.) zorgen dat de kerk minder invloed heeft (op iets) Voorbeeld: 'Turkije is deels islamitisch en deels gelaïciseerd en vervreemd van godsdienst.' ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/laïciseren