ijsberen werkw. Uitspraak: [ ˈɛizberə(n) ] Afbreekpatroon: ijs·be·ren Vervoegingen: ijsbeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geijsbeerd (volt.deelw.) onrustig heen en weer lopen Voorbeelden: 'Hij liep te ijsberen toen hij op de uitslag van het onderzoek wachtte.' , 'door de wachtkamer ijsberen' Synoniemen: lopen rondlopen 8 de... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ijsberen
1) Bedrijvig rondlopen 2) Drentelen 3) Heen en weer geloop 4) Heen en weer lopen 5) Menselijk gedrag 6) Ongeduldig heen en weer lopen 7) Ongeduldig op en neer lopen 8) Ongedurig heen en weer lopen 9) Onrustig heen en weer lopen 10) Onrustig rondlopen 11) Op en neer lopen 12) Rondlopen 13) Rusteloos drentelen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/IJsberen/1
rusteloos en min of meer dwangmatig heen en weer lopen, vooral in een bepaalde ruimte of op straat, zoals een ijsbeer in gevangenschap pleegt te doen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/ijsberen
Wordt door acteurs gedaan als ze zich zenuwachtig beginnen maken net voor een voorstelling. Heen en weer lopen tussen twee punten.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10634