het ijshockey zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'ɛishɔki ] Afbreekpatroon: ijs·hoc·key teamsport op het ijs waarbij twee teams van zes spelers op schaatsen tegen elkaar spelen door met een lange stick tegen een rubberen schijf te slaansport Voorbeelden: 'ijshockey spelen' , 'IJshockey is een intensieve en snelle sport.' Synoniemen:... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ijshockey
teamsport waarbij je op het ijs een platte schijf in het doel moet slaan vb: bij ijshockey dragen alle spelers schaatsen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=ijshockey