ijszeilen werkw. Uitspraak: [ 'ɛisɛilə(n) ] Afbreekpatroon: ijs·zei·len Vervoegingen: ijszeilde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geijszeild (volt.deelw.) over het ijs glijden met een zeilvoertuig op schaatsen, voortbewogen door de windsport 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ijszeilen