immuun bijv.naamw. Uitspraak: [ ɪˈmyn ] Afbreekpatroon: im·muun 1) als je een ziekte niet meer kunt krijgen Voorbeeld: 'Ik ben immuun voor mazelen.' Antoniem: vatbaar Synoniem: resistent 2) als je ongevoelig bent (voor iets) Voorbeeld: 'immuun worden voor oorlogsbeelden doordat je ze iedere dag op televisie ziet' ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/immuun
1) Bestand tegen 2) Geen gevoel voor 3) Niet ontvankelijk 4) Niet vatbaar 5) Niet vatbaar voor infecties 6) Niet vatbaar voor ziekte 7) Niet vatbaar voor ziekten 8) Niet vatbaar voor ziektes 9) Ongevoelig 10) Ongevoelig voor 11) Onschendbaar 12) Onvatbaar 13) Onvatbaar voor ziekte 14) Resistent 15) Restistent Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Immuun/1
niet vatbaar zijn voor ziekte vb: die prik maakt je immuun voor mazelen immuun voor beledigingen [je er niet door laten raken] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=immuun
Ongevoelig voor bepaalde ziekten. Na een virusinfectie maakt het lichaam antistoffen aan. Bij een volgende infectie met dezelfde micro-organismen zal het lichaam de juiste leucocyten aanmaken om de indringers snel onschadelijk te maken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10696
Mensen kunnen voor tovenarij immuun worden gemaakt, dat wil zeggen dat ze onkwetsbaar en onoverwinnelijk worden. Zie ook Beschermingstips.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10704