I in bijwoord Uitspraak: [ ɪn ] 1) in een richting naar binnen Voorbeeld: 'De pianist komt de zaal in.' Antoniem: uit 2) in de mode Voorbeeld: 'Een kaalgeschoren hoofd bij mannen is in.' Antoniem: uit Synoniem: populair 3) binnen de lijnen sport Voorbeeld: 'De bal is in.' 4) 
1) Aanduiding van tegengesteldheid 2) Aangaande 3) Achtervoegsel 4) Best 5) Betreffende 6) Bijwoord 7) Binnen 8) Binnen (zijn) 9) Binnen de krijtlijnen 10) Binnen krachtige zwaai 11) Gewild 12) Gezien 13) In dat 14) In de mode 15) In dit teken (des kruises) zult gij overwinnen (Afk.) 16) Indium 17) Landcode van India 1) Binnen 2) Hip 3) Populair 4) Te 
niet (als woorddeel, ook im of il) vb: informeel, immobiel, illegaal
Chemisch element nr. 49: Indium. Het zachte, zilverachtige metaal indium is van groot belang voor de fabricage van LCD-monitoren en -televisies. Het is een halfgeleider.
voorzetsel; in trek
voorzetsel
INF. Binnen de IATA de afkorting voor infant, een kind van 0 t-m 1 jaar. Betaalt meestal 10% van het tarief