niet kunnen ophouden van urine en-of ontlasting (incontinentie)
de incontinentie zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: in·con·ti·nen·tie het onvermogen om urine of ontlasting op te houden . 19 definities
1) Bedwateren 
incontinentie houdt in dat de betrokkene last heeft van onvrijwillig urineverlies. Veel ouderen krijgen hier mee te maken. Urine-incontinentie is geen ziekte maar een neveneffect van allerlei andere aandoeningen of ziekten. Gelukkig is onze medische kennis zodanig dat deze ziekten veelal goed te behandelen en te genezen zijn. Maar de meeste mensen ...
• [medisch] onvermogen om urine of ontlasting op te houden.
[levenswetenschappen] Incotinentie is het onvermogen om de ontlasting of de urine op te houden. Dit kan optreden door een niet goed functionerende kringspier of doordat er geen gevoel bestaat om de drang tot ontlasting of urine waar te nemen. Incontinentie komt ook voor bij een dwarslaesie en is dan het gevolg van de onderbr...
niet in staat zijn om de urine of de ontlasting op te houden
het onvermogen om urine of ontlasting op te houden 
onvermogen urine op te houden.
het buiten de wil om laten lopen van urine en-of ontlasting
Incontinentie voor urine betekent dat er sprake is van onbeheersbaar en ongewild plassen. Je kunt de urine niet ophouden. Incontinentie komt altijd voor bij kleine kinderen die nog niet zindelijk zijn. Zij gebruiken nog een luier en-of plassen nog in bed. Dit is heel normaal.
het niet kunnen ophouden van ontlasting en-of urine. Zie ook handboek
Onvermogen urine of ontlasting op te houden..
Ongewild verlies van urine of ontlasting.
het niet kunnen ophouden van urine of ontlasting
onvermogen om urine in de blaas te houden
Ongewild verlies van urine of ontlasting
Het niet kunnen ophouden van urine en-of ontlasting
Ongewild verlies van urine en-of ontlasting waardoor het dagelijkse leven (ernstig) kan worden verstoord. - Onderscheiden worden: , urine-incontinentie , verlies van ontlasting (= fecale incontinentie) , encoprese (bij kinderen) , bekkenbodemspier-problemen
Onbekwaamheid om de ontlasting en de urinelozing onder controle te houden.