inklappen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnklɑpə(n) ] Afbreekpatroon: in·klap·pen Vervoegingen: klapte in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingeklapt (volt.deelw.) kleiner maken door uitstekende delen in elkaar te te draaien of te vouwen Voorbeelden: 'een paraplu inklappen' , 'Ingeklapt neemt de stoel weinig ruimte in.' , 'een computermenu... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inklappen