
inrichten werkw. Uitspraak: [ ˈɪnrɪxtə(n) ] Afbreekpatroon: in·rich·ten Vervoegingen: richtte in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingericht (volt.deelw.)
(een gebouw) geschikt maken voor gebruik Voorbeelden: 'een huis inrichten' , 'een goed ingericht ziekenhuis' Synoniemen: aanleggen arrangeren ingericht inrichting installeren ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/inrichten

1) Aanleggen 2) Aanstellen 3) Aanvangen 4) Arrangeren 5) Gereedmaken 6) Gereedmaken voor bewoning 7) In gereedheid brengen 8) In orde brengen 9) Ingericht 10) Inrichting 11) Installeren 12) Kennis bijbrengen 13) Meubileren 14) Naar binnen mikken is een kwestie van regelen 15) Nestelen 16) Opstellen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inrichten/1

1) Aanleggen 2) Arrangeren 3) Bestraffen 4) Bijbrengen 5) Inkleden 6) Inrichting 7) Installeren 8) Kennis 9) Meubileren 10) Oprichten 11) Opstellen 12) Ordenen 13) Organiseren 14) Predisponeren 15) Regelen 16) Samenstellen 17) Schikken 18) Stichten 19) Toerusten 20) Voegen 21) Voorbereiden 22) Woningdecoratie
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inrichten/1

geschikt maken voor een bepaald doel (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/inrichten
een huis aankleden vb: zij hebben de woonkamer mooi ingericht
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=inrichten

•"een woning ~": een ruimte geschikt maken voor bewoning met vloerbedekking, behang, huisraad, enz.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/inrichten
Geen exacte overeenkomst gevonden.