defileren werkw. Afbreekpatroon: de - fi - 'le - ren Herkomst: «Frans Vervoegingen: defileerde (verl.tijd ) Vervoegingen: gedefileerd (volt.deelw.) in smalle rijen voorbijtrekken Voorbeeld: 'Tijdens de parade defileerden de troepen voor de generaal.' Synoniem: marcheren Synoniemen: paraderen uitrafelen voorbijtrekken 
1) Voorbij marcheren 2) Voorbijtrekken in gelederen 3) Voorbijtrekken 4) Paraderen 5) Uitrafelen 
Het zodanig inrichten van een vestingwerk dat kwetsbare wallen of muren gedekt zijn tegen vijandelijk vuur en waarneming; zie defilement.
in smalle formatie voorbijtrekken
in smalle formatie voorbijtrekken
het zodanig inrichten van een vestingwerk dat kwetsbare wallen of muren gedekt zijn tegen vijandelijk vuur en waarneming; zie defilement
in smalle formatie voorbijtrekken (toon de herkomst via de etymologiebank)
Het voorbijtrekken van de verschillende onderdelen van het leger bij een optocht.