de intocht zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɪntɔxt ] Afbreekpatroon: in·tocht Verbuigingen: intochten (meerv.) feestelijke of plechtige komst Voorbeelden: 'de blijde intocht van Prins Willem van Oranje in Amsterdam in 1580' , 'de intocht van Sinterklaas in Nederland' Synoniem: inkomst Synoniemen: aankomst binnenkomst entree intrede uitto... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/intocht