introduceren werkw. Uitspraak: [ ɪntrodyˈserə(n) ] Afbreekpatroon: in·tro·du·ce·ren Vervoegingen: introduceerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïntroduceerd (volt.deelw.) 1) (een nieuw product) op de markt brengen Voorbeeld: 'een nieuw model auto introduceren' Synoniem: in omloop brengen 2) (iets) ergen...
1) Aankondigen 2) Binnenleiden 3) Iemand binnen leiden 4) In besloten kring uitnodigen 5) In circulatie brengen 6) In omloop brengen 7) Inhalen 8) Inleiden 9) Inleider 10) Invoeren 11) Op de markt brengen 12) Voorstellen 1) Binnenleiden 2) Inhalen 3) Inleiden 4) Inleiding 5) Invoeren 6) Lanceren 7) Presenteren 8) Uitnodigen 9) Voorstellen 
Let op: Spelling van 1858 inleiden, ingang verschaffen. Introductie, invoering, inleiding
iemand inleiden binnen een gezelschap; invoeren (toon de herkomst via de etymologiebank)
als eerste op de markt brengen vb: Etos introduceert de elektrische vliegenmepper
voorstellen
voorstellen