inwikkelen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnwɪkələ(n) ] Afbreekpatroon: in·wik·ke·len Vervoegingen: wikkelde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingewikkeld (volt.deelw.) in een omhulsel doen Voorbeelden: 'een baby inwikkelen in een deken' , 'machine voor het inwikkelen van balen stro' Synoniemen: : wikkelen, inrollen Synoniemen: emball... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inwikkelen