Inwonen definities

Zoek op

inwonen

inwonen logo #1000inwonen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnwonə(n) ] Afbreekpatroon: in·wo·nen Vervoegingen: woonde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingewoond (volt.deelw.) in het huis van iemand anders wonen Voorbeelden: 'Omdat we geen betaalbaar huis konden vinden, hebben we eerst ingewoond bij mijn ouders.' , 'een internationale school met inwonende l...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inwonen

Inwonen

Inwonen logo #10101) Bewonen 2) Inhabiteren
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inwonen/1

Inwonen

Inwonen logo #10101) Bij iemand gehuisvest zijn 2) Bij iemand in huis wonen 3) Intern zijn 4) Intrekken
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inwonen/1

inwonen

inwonen logo #11331in hetzelfde huis wonen vb: zij wonen in bij haar ouders
Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=inwonen
Geen exacte overeenkomst gevonden.