inzetbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ ɪn'zɛtbar ] Afbreekpatroon: in·zet·baar als je beschikbaar bent om iets te doen Voorbeelden: 'werknemers duurzaam inzetbaar houden' , 'door een blessure niet inzetbaar zijn voor een voetbalwedstrijd' Synoniemen: bruikbaar handig mobiel nuttig werkbaar 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inzetbaar