koppig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈkɔpəx ] Afbreekpatroon: kop·pig 1) als je je wil of je mening niet gauw loslaat Voorbeeld: 'koppig volhouden dat je gelijk hebt' Synoniemen: : vasthoudend, hardnekkig 2) (van alcoholische drank) die je snel in je hoofd voelt Voorbeeld: 'koppige port' Synoniemen: bokkig dwars eigen...
1) Balsturig 2) Bokachtig 3) Bokkig 4) Dwars 5) Eigenwijs 6) Eigenzinnig 7) Haatdragend 8) Halsstarrig 9) Hardhoofdig 10) Hardleers 11) Hardnekkig 12) Het hoofd is weerbarstig 13) Hoofdig 14) Karaktersterk 15) Mordicus 16) Niet bijdehand 17) Niet plooibaar 18) Nors 19) Obstinaat 20) Onbuigzaam 21) Ongewillig 1) Balsturig 2) Bokkig 3) Dwaas 4) Dwars 5) Eigenwijs 6) Eigenzinnig 7) Halsstarrig 8) Hardhoofdig 9) Hardleers 10) Hardnekkig 11) Hoofdig 12) Obstinaat 13) Onbuigzaam 14) Ongewillig 15) Ongezeglijk 16) Onhandelbaar 17) Ontoegeeflijk 18) Onverzettelijk 19) Onwillig 20) Onwilling 21) Onwrikbaar 22) Opiniater 
eigenzinnig, obstinaat (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie vasthoudt aan wat hij gezegd heeft vb: koppig hield hij vol dat de som goed was Synoniemen: hardnekkig weerbarstig Tegenstelling: toegeeflijk
obstinaat, eigenwijs
een wijn met storend veel alcohol
rode wijn met veel alcohol.
Wordt gezegd van een wijn met veel alcohol. Vaak zijn het wijnen met ook veel smaak.
Kenmerk van een wijn die heel rijk is aan alcohol.