kaatsen werkw. Uitspraak: [ 'katsə(n) ] Afbreekpatroon: kaat·sen Vervoegingen: kaatste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekaatst (volt.deelw.) balsport die onder meer in Friesland wordt beoefend Wie kaatst kan de bal verwachten (wie iemand anders plaagt wordt teruggeplaagd) Synoniemen: butsen springen 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kaatsen
•een (vooral in Friesland beoefende) balsport spelen waarbij twee teams met de hand een balletje naar de tegenpartij slaan en daarbij op bepaalde manieren punten kunnen scoren. •een min of meer elastische botsing ondergaan. (+audio) Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/kaatsen