[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Een -) een norsch, grimmig, doldriftig man, uit 1 Sam. XXV:3. Hoewel van de afstammelingen van den eerwaardigen Kaleb Jephunne's zoon (Num. XIII:6, 30; XIV:6, 24; XXVI:65) niets ongunstigs bekend is; heeft het bijbellezend volk op ‘Kalebiet’ overgebracht wat van ‘N...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0015.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.