vleinaam voor een klein kind, vleister, goedaardige, domme vrouw - Voorbeeld: ‘In de stal zijn ze (= de dochters) niet eens geweest! Maar kunnen ze wel, de kalijnen, met zulke schoentjes aan de voeten en frullen aan de rokken?’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php