kallen werkw. Verbuigingen: kalde Verbuigingen: gekald spreken, praten Spreekwoorden en zegswijzen • kallen is mallen maar doen is een ding (=je kan het beter doen dan er altijd maar over blijven praten) Naar de spreekwoorden 
1) Leuteren 2) Spreken 3) Babbelen 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), wartaal uitslaan.
onzin praten, bazelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
'Kallen' is een Zweeds mini-eiland behorend tot de Lule-archipel.
[Vergeten woorden] (zw. -de) vriezen [~ kalen ‘koud zijn’]
praten