spreken werkw. Uitspraak: [ ˈsprekə(n) ] Afbreekpatroon: spre·ken Vervoegingen: sprak (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesproken (volt.deelw.) 1) woorden zeggen Voorbeeld: 'De penningmeester zal in de vergadering spreken over de financiële situatie.' Antoniem: zwijgen Synoniem: praten 2) een gesprek hebben me... Gevonden op https://woorden.org/woord/spreken
Abstract: Het onder woorden brengen van ideeën, meningen gevoelens en ervaringen met een specifiek doel voor een specifieke persoon of groep. (Bron: Robbe 1999). Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10364
woorden uitspreken, iets zeggen vb: de voorzitter heeft lang gesproken over Jan gesproken .... [nu we het toch over Jan hebben] zij spreekt altijd de waarheid [liegt nooit] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/