het kampioenschap zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɑmpiˈjunsxɑp ] Afbreekpatroon: kam·pi·oen·schap Verbuigingen: kampioenschappen (meerv.) reeks wedstrijden waarvan de winnaar de titel van kampioen krijgt sport Voorbeeld: 'de strijd om het Europees kampioenschap' Gevonden op https://woorden.org/woord/kampioenschap