de kandidaat zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɑndiˈdat ] Afbreekpatroon: kan·di·daat Verbuigingen: kandidaten (meerv.) de kandidate zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɑndiˈdatə ] Afbreekpatroon: kan·di·daat Verbuigingen: kandidaten, kandidates (meerv.) 1) elk van de personen die een bepaalde functie of prijs wil hebben Voorbeelde... Gevonden op https://woorden.org/woord/kandidaat
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] iemand, die naar enig ambt staat, of daartoe wordt aanbevolen; van Latijn candidus = wit, naar het Romeinsch gebruik, volgens hetwelk zij, die een ambt van consul, quaestor, praetor enz. begeerden, in wit gewaad rondgingen om voorspraak te zoeken. Wit betekende onbevlekte trouw ... Gevonden op https://dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0007.php
iemand die een bepaalde baan of functie wil vb: er zijn voor deze baan wel 100 kandidaten zich kandidaat stellen [beschikbaar stellen voor een officiële functie] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/