de kapenaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ka·pe·naar Verbuigingen: kapenaren<br>kapenaars (meerv.) Verbuigingen: kapenaartje (verkleinwoord) 1) een straalvinnige vis uit de familie van zeebrasems Voorbeeld: 'De kapenaar komt voor in de wateren rond Kaap de Goede Hoop.' 2) iemand uit de Kaapprovincie . 1 ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kapenaar