de (m)/het kapsalon zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'kɑpsalɔn ] Afbreekpatroon: kap·sa·lon Verbuigingen: kapsalons (meerv.) 1) zaak waar een kapper zijn of haar bedrijf uitoefent Voorbeeld: 'Haar moeder heeft veertig jaar haar eigen kapsalon gehad.' Synoniem: kapperszaak 2) multiculturele, calorierijke snack met friet, sh...
1) Bedrijf 2) Coiffeur 3) Coiffeurszaak 4) Kapperssalon 5) Kapperswinkel 6) Kapperszaak 7) Nederlands gerecht 8) Overdekte ruimte 9) Werkruimte 10) Zaak voor haarverzorging 11) Zaak waar men haar knipt 1) Coiffeurszaak 2) Coiffurie 3) Kapperssalon 4) Kapperswinkel 5) Kapperszaak 
zaak waar je je haar kunt laten verzorgen vb: in deze kapsalon word je aardig geholpen Synoniem: kapperszaak
1) bedrijf waar men haar kapt, dus het knipt, kleurt, permanent, etc.; kapperszaak; kapperswinkel 2) gerecht uit de oven of gril dat in zijn geheel geserveerd wordt in een aluminium bakje en dat bestaat uit patat bedekt met shoarma en kaas met daarover heen sla en daarbij knoflooksaus en sambal
gerecht uit de oven of gril dat in zijn geheel geserveerd wordt in een aluminium bakje en dat bestaat uit patat bedekt met shoarma en kaas met daarover heen sla en daarbij knoflooksaus en sambal
kapperswinkel