kasplant zelfst.naamw. Afbreekpatroon: kas·plant Verbuigingen: kasplanten (meerv.) Verbuigingen: kasplantje (verkleinwoord) 1) een plant geweekt in een broeikas 2) kasplantje een onweerbaar of weinig weerbaar persoon. Voorbeeld: 'Toen de man in coma raakte leefde hij nog twee weken als kasplantje.' . Synoniemen: pla... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kasplant