de kastelein zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kasteleins Verbuigingen: kasteleintje 1) de plaatsvervanger van de kasteelheer in het beheer van het kasteel 2) een belangrijke ambtenaar die in dienst stond van de landheer en optrad in de rechtspraak en bestuur 3) een kroeg- of herberguitbater Synonieme... Gevonden op https://woorden.org/woord/kastelein
iemand die voor zijn beroep een café of (vooral vroeger) een herberg uitbaat; caféhouder; kroegbaas; herbergier Is verouderend in gebruik. iemand die vroeger namens een ander op een slot het bewind voerde; slotvoogd Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/kastelein
iemand die voor de eigenaar van een hofstede deze beboert, pachter - Voorbeeld: ‘Kunt ge u voorstellen, Verbeke, dat de eigenaar van een hofstede een pachter of kastelein op zijn boerderij zal plaatsen, die geen boer is of verstand heeft van boeren? Maanden 399) Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Historische naam voor rentmeesters van (Britse) landgoederen die onder meer verantwoordelijkheid dragen voor het dagelijks toezicht op de pachters, de administratie van huur-, pacht- en andere overeenkomsten, en het onderhoud van de gebouwen Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11605