
de Kazach zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ka'zɑx ] Afbreekpatroon: Ka·zach Verbuigingen: Kazachen (meerv.) de Kazach - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ ka'zɑx - sə ] Afbreekpatroon: Ka·zach Verbuigingen: Kazachsen (meerv.)
iemand met de Kazakse nationaliteit Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Kazach

1) Zuid-turkse taal 2) Turkse taal 3) Inwoner van Azië 4) Inwoner van Kazachstan
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kazach/1

iemand met de Kazachse nationaliteit; iemand die behoort tot het Kazachse volk; iemand die afkomstig is uit Kazachstan; inwoner van Kazachstan iemand die behoort tot een Turks volk dat nu voornamelijk leeft in Kazachstan, maar ook bv. in Rusland en in het noordwesten van China Meestal in het meervoud en sporadisch in het enkelvoud in toepassing op ...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Kazach
Geen exacte overeenkomst gevonden.