de kees zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kezen (meerv.) Verbuigingen: keesje (verkleinwoord) 1) in samenstellingen (zie hieronder) 2) keeshond 3) tabakspruim 4) voor een Hollander of patriot . Spreekwoorden en zegswijzen • van luie Kees (=bijzonder traag) • klaar is 
1) Handhei 2) Keeshond 3) Spitshond 4) Tabakspruim 5) Wolfshond 1) Hondachtige 2) Hondenras 3) Hondensoort 4) Jongensnaam 5) Jongensnaam (Afk.) 6) Jongensnaam, afkorting van Cornelis 7) Korte jongensnaam 8) Mannelijke voornaam in het noorden 9) Mansnaam 10) Nederlandse jongensnaam 11) Nederlandse voornaam 12) Ouderwetse voornaam 13) Ouderwetse jongensnaam 14) Plant 
Kees is een Nederlandse jongensnaam. Het betekent `geel gekleurd, horen`. Extra info: Waar wordt het gebruikt? De naam Kees wordt voornamelijk gebruikt in Nederland. Wat zegt men in andere landen? Cees (In Nederland) Zie ook In Roemenië: Cornel
hond (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Vergeten woorden] (m. kezen) draai, wending [= streektalig Noors keis, ~ kijzen ‘zich draaien’, keren ‘doen draaien’]
eigennaam
hondensoort
1> met loodhagel gevuld leren zakje aan het uiteinde van een werplijn. Meestal keesje genoemd. Het zakje is voorzien van een lus. Hierop wordt de werplijn gestoken. 2> een, vaak met ijzer verzwaarde (tijdelijke) werpknoop. Meestal kleine kees, klein keesje, maar ook apevuist genoemd. 3> bepaald hondenras. Zie schipperskees.