kei, steen - Voorbeeld: ‘Het water zweeg lijk vermoord en lag te glimmen gladspiegelig donker in zijn vaste wanden, onschuldig alsof het niets dan domme keisteentjes begraven hield’ (Dodendàns 145) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php